-
1 placer
placer [plaasee]1 plaatsen ⇒ leggen, zetten, situeren2 plaatsen ⇒ een plaats geven, naar zijn plaats brengen5 verkopen ⇒ afzetten, verhandelen♦voorbeelden:placer ses espérances en qn. • zijn hoop op iemand vestigenje place cet auteur parmi les plus grands • ik reken deze schrijver tot de allergrootsten♦voorbeelden:se placer parmi les premiers • bij de eersten horen1. v1) plaatsen4) verkopen, afzetten2. se placerv1) plaats nemen4) werk vinden -
2 shift one's ground
van mening wisselen————————van argument/mening veranderen -
3 shift
n. werkploeg; ; beweging; verschuiving; verandering; verwisseling; (het) overbrengen; verhuizing; list--------v. verschuiven, verplaatsen; verwisselenshift1[ sjift] 〈 zelfstandig naamwoord〉5 hemdjurk♦voorbeelden:¶ make shift • zich behelpen, zichzelf zien te reddenmake shift without • het stellen zonder————————shift21 van plaats veranderen ⇒ zich verplaatsen, schuiven3 zich redden ⇒ zich behelpen, het klaarspelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verplaatsen ⇒ verschuiven, verzetten♦voorbeelden:shift the helm • het roer omgooien -
4 sing on the other side of one's mouth
anders praten, een ander standpunt innemen, van mening veranderenEnglish-Dutch dictionary > sing on the other side of one's mouth
-
5 se placer à un point de vue différent
se placer à un point de vue différentDictionnaire français-néerlandais > se placer à un point de vue différent
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский